Kunnen we nog danken? – ds. V.T. Thurkow-Wierenga

Op Weg 2023 - 19
door Ds. V.T. Thurkow-Wierenga

Dankdag vieren in een wereld waarin het geweld is losgebarsten. Is dat wel mogelijk?

We weten natuurlijk best, dat er wat dat betreft niets nieuws is onder de zon. Maar dit jaar… Oekraïne, Israël en Palestina, …

En dan Dankdag vieren in ons land, waar het rustig is, waar welvaart is. Overigens, ook niet voor iedereen.

En toch…! Dankdag staat op de kalender van onze gemeente. Net als op die van zoveel kerken. En ja, we gaan het doen: deze dag vieren! We staan dankbaar stil bij ons leven en bij wat ons daarin gegeven is, gegeven wordt.

Dankdag. Altijd op een woensdag, een dag midden in de week. We zijn druk met de dagelijkse dingen. Werk, boodschappen. Maar ’s avonds is de kerk open. We kunnen samen Dankdag vieren. Bidden, de Bijbel gaat open, we zingen samen.

Zo’n lied voor Dankdag is Psalm 65.

Wij worden door U begenadigd

die heilig zijt en goed.

Gij die ons in uw huis verzadigt

met alle overvloed. (vers 2)

En dan het vervolg, de oogst van het land:

Gij roept het kiemend graan;

zo wordt het brood voor ons geboren

waar Gij zijt voorgegaan. (vers 5)

Gij kroont het jaar van uw genade. (vers 6)

Dankdag. Een dag, een uur om stil te staan bij wat ons gegeven wordt. Want het lijkt allemaal zo gewoon, tenminste in ons deel van de wereld. We halen het brood bij de bakker, betalen ervoor en zetten het op tafel. Als vanzelfsprekend.

Ja? Is dat zo? Is het werkelijk zo vanzelfsprekend?

Jezus leert ons te bidden om ons dagelijks brood. In het Onze Vader.

Onze Vader die in de hemel zijt, –

geef ons heden ons dagelijks brood.

Niet alleen dus bidden vóór de maaltijd, maar ook bidden óm ons dagelijks brood. Want het is niet vanzelfsprekend. We ontvangen het. En dan ook nog: niet alleen voor onszelf, maar ook voor ‘de anderen’.

Zaaien, maaien, oogsten.

Dank de Allerhoogste

voor zijn zorg om ons bestaan.

Hij biedt ons dit alles aan.

 

Zaaien, maaien, oogsten.

Dank de Allerhoogste

door te delen met elkaar

wat Hij aanbiedt, ieder jaar.  (Lied 716)

Het brood, al het voedsel is ons gegeven om het te delen, en het dan te eten. Samen. Dichtbij en veraf. Daar verwijst de Maaltijd van de Heer ook naar. Het Brood dat zichzelf geeft, om voor anderen voedsel te zijn. Brood van eeuwig leven.

Dankdag. In de aloude woorden: Dankdag voor gewas en arbeid. Dank voor wat er groeide en bloeide en geoogst werd. Dank voor alle inzet van mensen die hun handen gebruikten om de oogst binnen te halen. Dank voor allen die ervoor zorgen dat het brood op onze tafels komt.

Dankdag voor gewas en arbeid. Dank voor alles wat ons elke dag weer gegeven wordt. Dank voor alles wat wij dus ontvangen. Uit Zijn hand.

En dan tenslotte die vraag, heel persoonlijk gericht: Wat is óns, wat is míj gegeven? Waar ben ík dankbaar voor? Waar ben ik Goddankbaar voor?

Kinderen zouden ons bij een antwoord kunnen helpen door iets te maken. Ze tekenen een hartje, niet te klein, en schrijven daarin: Dank U dat U …. En dan vullen ze in waar ze God dankbaar voor zijn. En vervolgens knippen ze het hartje uit en hangen ze het ergens in huis op, aan een plant, aan een lamp.

Overigens, grote mensen zouden dit ook eens kunnen proberen. Teken maar eens een hartje. En schrijf er dan in waar u in het bijzonder dankbaar voor bent. Word als de kinderen. Want we zijn nooit te groot voor God en voor elkaar – en voor onszelf.

 

Deze en andere berichten van onze predikanten verschenen in ons kerkblad Op Weg.

Klik hier om meer te lezen.