Na 2 jaar niet of nauwelijks naar de kerk te zijn geweest, is kerkgang z’n vanzelfsprekendheid verloren. Het kan allerlei oorzaken hebben. Je gaat gewoon niet zo makkelijk meer. Er is ook misschien van alles gebeurd. Je vraagt je af of het nog wel iets is wat je eigenlijk wilt. Als je je wat verslapen hebt, ga je niet harder opschieten, maar bedenk je: “Ik kijk wel via internet”. Of de drempel is wat hoger geworden. De loop is er uit… Dat geldt voor veel meer activiteiten.
Toch hoop ik dat jullie besluiten kerkgang weer op te nemen in de weekroutine. Maak er een goed voornemen van. Want in de kerk oefen je iets met mensen waarmee je nergens anders kunt oefenen. Je kunt in de kerkbank zitten naast iemand die je niet leuk vindt. En zo leer je omgaan met het gebod ‘je naaste liefhebben als jezelf’. Je vindt een predikant niet zo aansprekend. Daar oefen je Colossenzen 3: 13 ‘Verdraag elkaar en vergeef elkaar als iemand een ander iets te verwijten heeft; zoals de Heer u vergeven heeft, moet u elkaar vergeven.’ Ook goed om te bedenken dat je niet alleen voor jezelf naar de kerk gaat, maar ook voor de ander. Misschien kom je zondags alleen maar omdat iemand anders daar wat aan heeft. Kinderen hebben elkaar nodig in de kindernevendienst.
Het is goed als ze elkaar vaak zien, en zo de kans maken om vrienden te worden, elkaar écht te leren kennen. Dat geldt ook voor de tieners. De vanzelfsprekendheid waarmee ouders van tieners hun kinderen niet meer mee naar de kerk nemen is jammer, want dat versterkt elkaar. Ik snap ‘t wel (heb zelf ook tienerkinderen gehad), maar misschien kunnen ouders onderling wat afspreken? Als je weet dat je als tieners onderling elkaar zult ontmoeten, helpt dat bij de wil om naar de kerk te gaan. En voor ouders is het ook goed voor onderlinge betrokkenheid.
Hoe meer de kerkdiensten een wekelijkse ontmoeting zijn met mensen die je anders niet zo makkelijk ziet, of spreekt, of een gezamenlijke ervaring mee deelt, hoe meer je een gemeenschap wordt. Juist nu we in een tijd leven waarin gemeenschappen afbrokkelen, en waar crises zich opstapelen, hebben we elkaar meer dan ooit nodig. Om elkaar te kunnen zien, om met elkaar verantwoordelijkheden in ons dorp en de wereld op ons te nemen, om met elkaar te leren wat het betekent om christen te zijn.
Dat gaat met zoekers, twijfelaars, mensen vól vertrouwen, zangers, mensen met allerlei gaven sámen. Misschien moeten er wel nieuwe vormen gezocht worden, maar ook daarvoor hebben we een betrokken gemeenschap nodig. Natuurlijk kun je God op zondagochtend ook in de natuur ontmoeten, maar de natuur spreekt je niet tegen, zal je karakter niet oefenen in verdraagzaamheid en leert je niet wat Jezus je te zeggen heeft. God leren kennen, daarvoor is ons ook de Bijbel gegeven. En die kom je de rest van de week niet zo makkelijk meer tegen…
Help elkaar een handje over de drempel heen: Om het met de woorden van Hebreeën 10: 24, 25 te zeggen: Laten we opmerkzaam blijven en elkaar ertoe aansporen lief te hebben en goed te doen, en in plaats van weg te blijven van onze samenkomsten, zoals sommigen doen, elkaar juist bemoedigen, en dat des te meer naarmate u de dag van zijn komst ziet naderen.
En als je nou al meteen weer naar de kerk gegaan bent toen het kon, wees dan diegene die de ‘nieuwelingen’ weer heel erg hartelijk welkom heet!
Magda Hazeleger
Cartoon Willeke Brouwer
Gepubliceerd in Op Weg 2022 - 07