OpWeg 2024-20 Door ds. J. Schep
‘‘Maar nu … heeft Hij tot ons gesproken door zijn Zoon’
Hebreeën 1: 2a
Heel de Bijbel door wordt ons verteld over een God, die spreekt. Een God die zich tot zijn Schepping richt; ja, die zo zijn Schepping tot stand brengt. Genesis 1 begint er al mee, met de woorden: ‘En God zei…’; ‘God zei: er moet licht komen en er wás licht’. Ja, wij mensen zijn zélf ook resultaat van Gods scheppende woord.
Maar even later richt Hij zich ook vragenderwijs tot die eerste mens: ‘Adam, waar ben je?’ Of richtinggevend tot de stamvader van het Volk Israël: ‘Trek weg uit je land en ga!’ En Abram ging.
De Eeuwige sprak Mozes aan vanuit de brandende braamstruik en dit was het begin van de latere openbaring op de Sinaï. ‘Toen sprak God deze woorden’…
En zo heeft God gesproken door de profeten van het Oude Testament om zijn volk bij de Torah te bewaren en nú – zegt de schrijver van de Hebreeënbrief – nu spreekt God zijn hoogste woord in het komen van zijn Zoon. Híj is het Woord van de Schepping, alles is door dit Woord ontstaan (Johannes 1: 3).
Hij is het Woord dat mens geworden is en onder ons heeft gewoond (Johannes 1: 14). In de Adventstijd die a.s. zondag opnieuw begint, mogen we ons erop voorbereiden om dat bijzondere Woord van God te ontmoeten.
‘In Hem schittert Gods luister’ wordt ons verteld in dezelfde brief (1: 3). Alles wat Jezus aan woorden heeft uitgesproken, vertelt over Gods liefde en trouw aan zijn Schepping, aan zijn volk Israël, aan jou en mij.
En daarom krijgt alles wat de profeten ooit hebben gezegd en geschreven zijn bekroning in de persoon van Jezus Christus.
Vier weken krijgen we om naar zijn geboortefeest toe te leven; paars is de kleur van de antependia (de kanselkleden) en de eventuele stola’s op een toga. Kleur van bezinning en inkeer. Dat klinkt wat ernstig.
Wil dat zeggen dat we niet zomaar Kerstfeest kunnen vieren?
Ja, natuurlijk mag dat, maar níet zonder dat we ons bewust zijn waaróm Hij naar deze wereld kwam. Waarom God voor deze manier van spreken heeft gekozen.
Wanneer we Jezus straks tegenkomen in Bethlehem – God in mensengedaante, als een kind in een stal – dan horen we God als het ware tot ons zeggen: ‘Zo lief heb Ik de wereld gehad, dat Ik voor jou mijn Zoon gegeven heb’.
Wanneer we Hem later zijn tekenen en wonderen zien doen, dan horen we: ‘Zo gaat het toe in mijn Koninkrijk’; en als we uiteindelijk Jezus zijn weg zien gaan door de straten van Jeruzalem, richting Golgotha, dán horen we opnieuw:
‘Dit is waar Zijn liefde voor jou Hem brengt: tot op het kruis’.
Advent-vieren betekent ‘de oren spitsen’ om steeds opnieuw verwonderd te staan over dat machtige Woord van God. Zijn laatste, alles overtreffende Woord tot deze wereld, tot ieder van ons, spreekt Hij in Jezus Christus: Ik houd van jou!
Een goede Adventstijd gewenst!
Deze en andere berichten van onze predikanten verschenen in ons kerkblad Op Weg.
Klik hier om meer te lezen.