Op Weg 2024-19 door ds. Lucias de Haan
Waar is de kerk?
‘Jullie zijn het zout van de aarde’
(Matteüs 5: 13)
Een plaatje zegt soms meer dan duizend woorden. Een enkel beeld maakt meer duidelijk dan vele woorden. Graag deel ik een plaatje dat mij zo’n inzicht heeft gegeven en waar ik met regelmaat aan denk als het over de kerk gaat. Om het plaatje te begrijpen zal ik toch een aantal woorden er bij schrijven (dominees…). Sommigen van u kunnen het plaatje herkennen, want ik heb het her en der al eens gedeeld (ook zondag 10 november in de dienst in Beilen.)
Het begint met de vraag: waar is de kerk?
Als je de kerk op de kaart van Beilen of Hijken wilt aanwijzen, dan kun je een stip zetten bij Witte Valkenstraat 4 of Westeinde 7. Echter is de kerk niet alleen een gebouw; ze bestaat ook uit levende stenen. Dat betekent dat de kerk ook is op Witte Valkenstraat 18, en … vul je eigen adres maar in. Er wordt daarom ook wel gesproken over de verzamelde en de verspreide gemeente: een gathered and scattered church.
Het plaatje maakt dit inzichtelijk. Links is de verzamelde, bijeengeroepen kerk. De rode bolletjes zijn de gelovigen, de grijze bolletjes symboliseren het geheel van de maatschappij. Binnen de samenleving is er een groep mensen die elkaar opzoekt, samenkomt en de kerk vormt. Verzameld op zondagmorgen of andere momenten doordeweeks. Een kleine groep in het grote geheel, maar samen hebben ze het goed en fijn.
Het grootste gedeelte van de week bevinden we ons echter niet in een kerkgebouw, maar leven we verspreid door de maatschappij: daar waar we wonen, werken, leven. Dat zie je op het rechter plaatje. Daar ben je veel vaker een eenling als gelovige. Dan is het soms een uitdaging vol te houden. Daar wordt geloven spannend. Maar christen ben je niet alleen op zondagmorgen, dat ben je 24/7: leerling zijn van Jezus omvat het hele leven.
Als we het over de kerk hebben, gaat het al gauw over het linker plaatje. Veel tijd en energie in het kerkenwerk gaat naar de organisatie van de kerk als samengeroepen gemeente. Dat is op zich niet verkeerd. Maar als we in ons leven de meeste tijd doorbrengen in de situatie van het rechter plaatje – verspreid – zouden we daar dan niet veel meer aandacht aan moeten besteden? Hoe (over?)leef je daar als christen, hoe neem je daar je plek in, hoe geef je daar je geloof handen en voeten, enzovoorts.
De crux is dat beide plaatjes bij elkaar horen.
Het gaat er niet om dat je het plaatje kiest dat jou het beste past. Je moet ze niet tegen elkaar uitspelen, maar ze zien als aanvullingen. Je kunt bijvoorbeeld niet het rechter plaatje gebruiken om te zeggen: “Ik geloof op mijn manier, op mijn eigen plekje.” Geloven is wel persoonlijk, maar niet individueel. Hoewel er bijvoorbeeld veel stuk kan zijn gegaan in de relatie met de kerk als instituut, is geloven per definitie iets wat je verbindt aan elkaar. Elke christen hoort bij Christus, zoals alle leden van het lichaam bij het hoofd horen.
De plaatjes vullen elkaar aan. Er zijn momenten dat je samenkomt om God te aanbidden, je te laten voeden door het Woord, zodat je bemoedigd en toegerust wordt. Om vervolgens weer verspreid te leven, geïnspireerd je plek in de maatschappij in te nemen en daar vol te houden. En vanuit die maatschappij weer naar de bijeengeroepen gemeente te gaan, mee te nemen welke uitdagingen je tegenkomt, wat je bezighoudt, waar je tegenaan loopt. Juist die wisselwerking kan vruchtbaar worden, omdat o.a. verkondiging en toerusting dan ook echt raakt aan het concrete, geleefde leven.
Er is nog iets belangrijk, zo niet het belangrijkste.
Het plaatje komt uit een organisatie die nadenkt over de missie van de kerk. In de vorige Op Weg kon je daar ook over lezen. De missionaire roeping om het Evangelie met woord en daad te delen geldt de hele gemeente, samengeroepen en verspreid. We willen graag kerk in het dorp zijn en dat is mooi. Maar dat is niet alleen iets van een enkeling, of een enthousiaste club waar de rest zich relatief comfortabel achter zou kunnen verschuilen (zie de rode bolletjes die niet de grijze bolletjes raken). Soms is het uiteraard goed je als kerk als geheel te presenteren of aanwezig te zijn namens de kerk. Bijvoorbeeld als predikant, of een andere ambassadeur van de gemeente. Maar niet alleen hij of zij is daartoe geroepen: iedereen op zijn/haar eigen plekje. De eerste benadering past bij het linker plaatje, de laatste bij het rechter. Bedenk eens wat er dan verandert.
Als geheel zijn we steeds meer een minderheid, een kleine groep in het grote geheel. Met ook steeds minder impact. Op het linker plaatje is er contact met 8 andere bolletjes. Als we verspreid zijn, dan is er in dit plaatje contact met 53 bolletjes. Dat geeft te denken over waar je het verschil kunt maken, impact kunt hebben als kerk… Jezus heeft het over een zout zijn in de samenleving. Zout doe je niet als een klont op je bord met eten. Dan heb je één hele zoute hap en verder een heleboel zouteloze happen. Zout strooi je in korrels, zodat het zich verspreid en het hele gerecht doortrekt.
Misschien klinkt deze benadering wat groots. De grap is dat deze benadering het juist kleiner maakt. In plaats van in te zetten bij het grootse, bij het organiseren van allerhande activiteiten, maak je het klein: door dichtbij te beginnen, gewoon op de plek waar je bent en daar proberen het verschil te maken.
Uiteindelijk hebben we beide kanten nodig.
Nogmaals: het gaat er niet om ze tegen elkaar uit te spelen, maar te zoeken waar ze elkaar aanvullen en hoe we ze bij elkaar kunnen houden. Dat lijkt me een boeiend onderwerp om de komende tijd nog eens over door te spreken.